voor zeilevenementen georganiseerd door Natuurlijk Varen
Inhoud
- Eigen verantwoordelijkheid
- Veiligheid – de boot
- Veiligheid – de bemanning
- Varen
- Verdere verplichte uitrusting
1. Eigen verantwoordelijkheid
Meevaren met de Dorestad raid (of andere evenementen georganiseerd door de Stichting Natuurlijk Varen) gaat altijd volledig op eigen risico. De Stichting kan daarvoor nimmer aansprakelijk gehouden worden. Zie in dit kader ook de Algemene Voorwaarden zoals op deze website gepubliceerd.
Schippers zijn verantwoordelijk voor bemanning en schip. De bemanning dient over een voldoende zeilvaardigheid te beschikken, ook op groter en/of ruiger binnenwater.
Uiteraard dient het schip toegerust te zijn voor de tocht. Er worden bepaalde eisen gesteld aan een “raid”boot met betrekking tot
- secundaire voortstuwing door middel van spierkracht,
- een strijkbare mast om onder lage bruggen door te kunnen(kruiphoogte),
- diepgang (ophaalbaar zwaard),
- drijfvermogen, etc.
Indien je twijfelt of jouw boot geschikt is voor deelname, neem dat gerust contact op met het bestuur om problemen tijdens de tocht te voorkomen!
De Dorestad raid wordt georganiseerd zonder reddingsboten. Er varen meestal wel een paar boten met motor mee, maar die kunnen ver vóór of achter je liggen!
Telefonisch contact is vaak moeilijk in ruige omstandigheden. De meesten van ons hebben de mobiele telefoon in een waterdicht tonnetje en kunnen een oproep niet altijd direct beantwoorden.
Realiseer je dat de tocht ook kan plaatsvinden in weersomstandigheden waarin je normaal niet zo snel uit zou varen. Dat is een uitdaging die veel voldoening (en sterke verhalen) op kan leveren, maar blijf je bewust van de eventuele beperkingen van bemanning en schip.
Dit document is van toepassing op de Dorestad Raid en alle andere door de Stichting Natuurlijk Varen georganiseerde zeilevenementen.
2. Veiligheid – de boot
- Stel dat je omslaat of volloopt, heeft je boot dan voldoende drijfvermogen? Indien je boot niet voldoende ingebouwde luchtkasten heeft, gebruik dan luchtzakken en maak die zo laag mogelijk in de boot vast, zodat de bovenkant van de zwaardkast boven water blijft. Bevestig de zakken zeer nauwkeurig en stevig om te voorkomen dat ze zich loswerken als de boot vol met water zit.
- (Mid)zwaard. Als je boot over een (mid)zwaard beschikt, zorg er dan voor dat het zwaard niet in de zwaardkast kan verdwijnen als de boot omslaat. Bij een boot uitgerust met een midzwaard is het misschien een idee om een lijntje door een gaatje in de onderkant van het zwaard te bevestigen zodat je het zwaard weer uit de zwaardkast kunt trekken als het inklapt. Bij een steekzwaard kan een elastiek dat het zwaard naar voren trekt het zwaard in zwaardkast vastklemmen. Zonder zwaard zal de boot een stuk moeilijker recht te zetten zijn. Een holle waterdichte mast helpt om de boot niet door te laten kenteren.
- Zorg voor een stevige emmer die aan de boot geborgd is met een lange lijn zodat je gemakkelijk de boot leeg kan hozen. Zorg voor een tweede manier om de boot te hozen (hoosvat, tweede emmer, pomp, etc.). Het is handig de emmer achterop de boot te beleggen zodat je hem overboord kan zetten om hem als een rem kan gebruiken mocht dat nodig zijn.
- Anker. Een belangrijk veiligheidsmiddel, zeker op groter en/of stromend water. Hou het anker, indien redelijkerwijs mogelijk, gebruiksklaar, d.w.z. met de ankerlijn vast aan de boot. Gebruik hier de mast of een ander stevig onderdeel van de boot voor; een klein kikkertje breekt te snel af. Beleg het anker alleen op de mast als de mast op de boot vastzit en er niet uitgetrokken kan worden. Zorg dat de ankerlijn opgeschoten klaar ligt of bijvoorbeeld aan de boot met een klittenband (in één beweging los te maken). Een kink in de lijn kan je in stresssituaties niet gebruiken! Uiteraard moet de lijn en/of ketting goed passen bij het anker.
- Secundaire voortstuwing. Het is handig om een peddel en/of de roeiriemen gebruiksklaar te hebben liggen. Zorg dat peddels en/of de roeiriemen vastzitten aan de boot (zeker bij meer wind), zodat je ze niet kwijtraakt mocht je omslaan.
- Zorg dat je een drijvende sleeplijn aan boord hebt met een lengte van tenminste 15-20 meter. Uiteraard is een opvallende kleur hier aan te raden. Deze lijn kan ook gebruikt worden om te jagen.
- Zorg ervoor dat de boot goed voorbereid is om te reven. Met veel wind en golven is het niet handig als de reefinstallatie nog op het water in orde gemaakt moet worden. Een rif steek je gemakkelijker als de boot nog aan de wal ligt, dus doe dat voor vertrek. Het is er dan snel weer uit te halen als het niet meer nodig blijkt.
- Harpjes borgen Op de meest ongelegen momenten rammelen harpjes los. Borg daarom alle harpjes die niet regelmatig open hoeven met een tie-wrap. Borg ook je roer en helmstok.
- Verplicht voor schepen met een motor: brandblusser.
3. Veiligheid – de bemanning
- Zwem-/reddingsvesten. Altijd dragen tijdens ruig weer, als je een regenpak en/of laarzen draagt, op diep water en in sluizen. Ben je bewust van de voor- en nadelen van een zwemvest en een reddingsvest. Een zwemvest geeft meer bewegingsvrijheid en is handiger met zwemmen, het rechtzetten van de boot en om weer aan boord te klimmen. Een reddingsvest, en zeker de opblaasvesten, zijn heel goed als je bewusteloos te water raakt; het vest draait je dan op de rug waardoor je gezicht boven water blijft. Het rechtzetten van de boot en het weer in de boot klimmen is echter een stuk moeilijker of zelfs onmogelijk met een reddingsvest. Weeg de voor- en nadelen van beide typen vesten dus goed af bij de keuze van jouw vest. Zorg dat het vest over een fluitje beschikt waar je de aandacht mee kan trekken mocht dat nodig zijn. Het zwemvest draag je altijd over de kleding heen!
- Ook jouw boot kan omslaan en zorg dat je hier op voorbereid bent. Weet hoe je je boot weer moet rechtzetten en oefen dit tijdens een mooie zomerdag. Je komt er dan tijdig en in gecontroleerde omstandigheden achter of je boot en jij hier klaar voor zijn. Zorg ervoor dat alles aan boord vastzit zodat je geen zaken kwijtraakt als je om zou slaan. Kijk of je weer goed aan boord kan klimmen. Een zwemtrap, touwlus, touwladdertje, of misschien een treetje op het roer op grotere scheepjes is misschien noodzakelijk. Je wil hier niet te laat achter komen! Zie ook de ervaringen die opgedaan zijn op de Kenterdag, in 2015 door deelnemers van Natuurlijk Varen georganiseerd en fraai in beeld gebracht: https://www.youtube.com/watch?v=fb6CJ1nLKY0
- Misschien vanzelfsprekend maar zorg voor stroeve bootschoentjes. Zeillaarzen zijn uiteraard handig in lelijk weer.
- Reserve kleding. Zorg dat dit in een waterdichte ton of zak zit, het liefst ook nog in een aparte plastic zak zodat je zeker weet dat ze droog blijven.
- EHBO kit.
- Zorg dat je voor iedere opvarende een aluminium reddingsdeken aan boord hebt. Een reddingsdeken houdt de warmte vast en kan onderkoeling helpen voorkomen. Ze nemen heel weinig plaats in en zijn goedkoop. De EHBO kit en reddingsdeken horen thuis in een waterdichte ton/zak.
4. Varen
- Orde en netheid Alles aan boord heeft zijn vaste plaats zodat je dat wat je nodig hebt snel kunt vinden.
- Mast strijken. Regelmatig moeten we de mast strijken voor lage vaste bruggetjes. Kruiphoogte maximaal 1,20 meter. Maak het zo makkelijk mogelijk voor jezelf en zorg ervoor dat harpjes e.d. niet overboord kunnen vallen. Een Pelikaanhaak om je voorstag vast te zetten is erg handig, maar borg hem d.mv. een ring!
- Alles vast!! Waterdichte tonnetjes, roeiriemen, peddels , putsen, hoosvaten, vlonders, kledingzakken, etc., kortom alles vastzetten aan de boot (als je onverhoopt omgaat heb je geen tijd om al het wegdrijvende spul te redden!)
- Secondaire voortstuwing. We houden van zeilen maar niet altijd is er wind of is een smalle sloot niet bezeild. Derhalve moet je zorgen voor secondaire voorstuwing van de boot, uiteraard aangedreven door spierkracht (het betreft hier tenslotte een evenement georganiseerd door de Stichting Natuurlijk Varen!). Riemen zijn goed voor langere afstanden. Voor krap vaarwater is een peddel vaak veel handiger en sneller in te zetten. Grotere en zwaardere boten zijn gebaat bij een vaarboom en een wrikgat kan ook goede diensten bewijzen.
- Maak je bemanning even vertrouwd met je schip als je zelf bent. In principe moet ook de bemanning de boot naar een veilige plek kunnen varen in het geval dat de schipper uitvalt.
- Stoer? Stoer zijn kan altijd achteraf. Schaam je niet om een veilige plek te zoeken en de bui uit te zitten als het je (of je bemanning) eigenlijk te veel wordt. Dan maar wat later op het slaapschip. Ze bewaren wel iets voor je! Op een rivier is een plek tussen de kribben vrijwel altijd veilig. Een SMS’je naar de organisatie is dan wel handig.
- Ogen. Je moet ze ook in je achterhoofd hebben. Kijk regelmatig om je heen naar andere schepen en het weer zodat je je continu bewust bent van je omgeving.
- Goed zeemanschap. Hou rekening met de andere deelnemers met je manoeuvres. Storm bijvoorbeeld niet allemaal tegelijk een sluis in/uit. Uiteraard dienen we elkaar bij te staan wanneer er boten of bemanning in gevaar zijn.
- Je dient je aan de vaarregels houden zoals die van toepassing zijn op het vaarwater waar we varen.
- Houd in het bijzonder rekening met beroepsvaart en geef die ten allen tijden voorrang. Kom niet in de dode hoek van een binnenvaarder te zitten en geef hem de ruimte. Maak geen manoeuvres kort (lees een paar honderd meter!) voor de boeg langs, binnenvaarders varen meestal een stuk harder dan je denkt (16-20 km/uur op stilstaand water) en ze kunnen slecht uitwijken (dat hoeven ze ook niet voor je te doen!).
5. Verdere verplichte uitrusting
- Zorg voor voldoende stootwillen aan boord (minstens 2 stuks, maar liever 1 of 2 meer).
- Landvasten. 2-4 stuks en van voldoende lengte om de boot vast te kunnen leggen aan de kade, andere boten, in de sluizen, etc.
- Scheepstoeter. Om de aandacht te trekken of je aanwezigheid kenbaar te maken.
- Eten en (warm) drinken.
- Reserve materiaal. Zorg voor wat reserve lijnen, harpjes, blokjes, gereedschap, tape, epoxy etc. om problemen tijdens de Raid op te kunnen lossen. Als jij er niet bij gebaat bent, dan misschien wel een andere deelnemer!