Een Waddenjol
15 jaar geleden gingen we met de kinderen die nog klein waren, 4 en 7 jaar, op vakantie met een Zeepunter. We zeilden vanuit Giethoorn naar Enkhuizen, naar Texel, Harlingen, Vlieland en terug, meestal zeilend, soms roeiend, alles zonder motor, en we sliepen onder een tent. De boot was geleend en ik wilde ook zoiets, maar liefst in een moderne constructie. Ik tekende een overnaadse boot met brede gangen waarbij ik uitging van Joel White’s Shellback Dinghy en Klaas Bes, bevriend jachtarchitect, strookte de boot na en rekende een en ander uit. Ondertussen besloten we dat we voorlopig beter af waren met een andere boot en het project lag jarenlang stil. We zeilden achtereenvolgens met een Nienke, een kiel/midzwaardboot waarmee we een tijd in de Middellandse Zee verbleven: Het was een leuke boot om mee naar vanaf het Lauwersmeer naar Schiermonnikoog te zeilen, daar droog te vallen, ijsjes te eten in het dorp, kortom een prima waddenboot maar wel wat bedaagd. In de tussentijd bedacht dat ik waarschijnlijk vooral alleen of met mijn vrouw zou zeilen en dat de bijna 7 meter lange boot wel iets korter kon. Klaas verkleinde de boot en nu is ze 5,4 m lang, 1,6m breed en steekt ze 15 cm. Waterverplaatsing 360 kg De gangen zijn gemaakt van 6 mm okoume multiplex en de bodem van 8 mm, de spiegel, het steekzwaard (tijdelijk, binnenkort hopelijk een draaiend zwaard) en de zwaardkast van 12 mm berken multiplex, niet direct duurzaam maar het zit in de epoxy. Het roer komt van een oude OK Jol, het zeil is het zelfde als Iain Oughtred’s NessYawl zeil, gemaakt in crèmekleurig dacron, en voorzien van drie diepe reven. De mast is een polyester vlaggenmast, licht, stijf en goedkoop. Giek en ra zijn van Oregon Pine en Inlands Grenen. Het andere hout is Inlands Douglas en Grenen. De buitensteven is Essen, in vrij dikke latten verlijmd. Het meeste massieve hout komt van André Ligthart Schenk die dit over had van de Hoogaars die hij onlangs bouwde.
Ze zeilt goed, en door het ontbreken van kielbalk en scheg draait ze heel snel. Dat betekent wel dat her roer er altijd aan moet zitten tijdens het roeien: Mogelijk zet ik er nog een scheg aan.
Afgelopen zomer zeilden we met de boot op het Paterswoldse Meer, en geleidelijk verbeterde ik de tuigage: Ik installeerde een reguleerlijn om de ra te trimmen en een schootklem van een oud Waarscheepje waarmee het vaarcomfort enorm steeg, afgezien van die keer dat de boot na door de wind gaan doordraaide, het zeil vol viel en er 300 l water binnen stroomde voor ik de schoot kon losgooien. Maar we sloegen niet om, ik heb een goede beschermengel.
Ik wil met de boot meedoen aan Raids, naar Schiermonnikoog en verder wordt hij voor het sloepenroeiteam uit mijn straat ingezet.
Frank van Zoest