De Marie van Ton Gerritsen uit Delft, is een westlander drieling.
De bouwer is vermoedelijk van Waveren uit de Lier geweest en ze zal ergens tussen 1920 en 1930 gebouwd zijn. Toen werden nieuwe westlanders al niet meer van hout, maar van ijzer gemaakt, maar nog wel met behoud van de oorspronkelijke vormen.
De westlanders waren specifiek voor het gebruik in het Westland, maar door hun geringe diepgang, kruiphoogte en breedte ook populair voor het varen rond en in de polders van Zuid-Holland.
De toevoeging drieling slaat waarschijnlijk op het laadvermogen, dat is ongeveer 3/4 van een standaard westlander schuit. De drieling is niet opgeboeid, waardoor het schip lichter is en in nog ondieper water kan komen. Veel drielingen waren dan ook in bezit van de tuinders om hun waren van de tuin naar de veiling te brengen. En dat gebeurde heel lang zonder motor! Maar of de bemanning destijds het natuurlijk varen altijd een warm hart toedroeg, betwijfel ik.
Omdat het schip zo laag is, hebben we zeilend al heel gauw het water op het dek staan. Voordeel van de lage en grote dekken is dat het schip makkelijk te hanteren is. Je kan bijna overal goed staan en je hebt ook de ruimte. Voor het overnachten zijn we aangewezen op het ruim. Conform de Westlander traditie is het ruim opgehoogd met houten schotten de “hoge last” Dit vanwege de mogelijkheid een lichte en kwetsbare maar volumineuze lading toch onder de luiken te kunnen vervoeren. De hoge last is gedekt met luiken en een kleed en daaronder kan je goed kamperen, zij het dat de hoogte zeer beperkt is: net voldoende om op de vlonders te kunnen zitten. Met een eenvoudige kampeeruitrusting er in vinden wij, dat we de meest optimale binnenwater platbodem hebben, die er bestaat.
Er staat een echte tuindersmotor in: een ca. 50 jaar oude, 1 cilinder, hand gestarte, luchtgekoelde, diesel , die dusdanig veel lawaai en trillingen maakt dat we bij voorkeur natuurlijk varen, vooral zeilen.
Met de Marie hebben we meerdere keren meegedaan aan de Turfrace (Warmond Vinkeveen v.v.) en de Midden Delfland race (Schipluiden) waarbij er alleen gezeild of met spierkracht voortbewogen mag worden. Van deze wedstrijden heb ik heel veel geleerd over het schipperen met een dergelijk schip. De Dorestad raid lijkt me daarom de perfecte entourage om de oude schipperskunst verder te leren verstaan.